Vanwege het grote tekort aan woningen, zullen al volle steden en dorpen nog verder moeten verdichten. Dat resulteert onder andere in zeer compacte, geoptimaliseerde appartementen. Dit is regelmatig onvermijdelijk. Dat kan tot verschraling van (woon)geluk leiden, maar het hoeft niet.
Door kennis over omgevingspsychologie mee te nemen in vastgoedontwerpen en verbinding, invloed en gezondheid als besliscriteria, kan compacter wonen dankzij kwalitatieve verdichting tegelijk gezond en gelukkig wonen betekenen.
Bijvoorbeeld door te voorzien in plekken waar mensen elkaar spontaan kunnen ontmoeten. Door te zorgen voor gedeelde voorzieningen zoals werken, logeren of klussen, zodat je niet alles in je compacte woning een plek hoeft te geven. Door ruimschoots groen en natuurlijke materialen zoals hout in en om het gebouw toe te passen. Door het een thuisgevoel mee te geven en elementen waar mensen trots op kunnen zijn. Door eigenaarschap te vergroten door bewoners te betrekken bij hun woonomgeving. En zo zijn er nog meer mogelijkheden waarmee compacte woongebouwen bijdragen aan kwalitatieve steden, waar het prettig blijft om te wonen.