Hans is hoogleraar Filosofie aan de Radboud Universiteit en heeft zich al langere tijd toegelegd op het onderwerp Geluk. Hij heeft onder andere het multidisciplinaire Platform voor Geluk opgericht, waarin hoogleraren van verschillende disciplines samenwerken rondom het thema geluk. Ook is hij schrijver van het boek ‘Wat filosofen weten – over het verlangen naar geluk en de honger naar kennis’. Daar ben ik wel benieuwd naar, dus voor het uitschrijven van dit interview heb ik het boek gelezen.
Geluk door de eeuwen heen
Hans vertelt over hoe het belang en het bereiken van geluk door de eeuwen veranderde:
- In de klassieke oudheid was het doel van het leven gelukkig te worden. Om dit te bereiken, beoefende men filosofie.
- Het Christendom verplaatste Geluk naar later – na de dood – en koppelde er voorwaarden aan. Alleen door het leiden van een ‘goed en godvruchtig’ leven kon je geluk bereiken, en pas na je overlijden.
- Met de Renaissance kwam het natuurwetenschappelijk denken. Filosofie werd technisch, wetenschappelijk, en ‘ontzield’. Hierdoor kwam het steeds verder af te staan van levensvragen en had het zo steeds minder invloed op het streven naar levensgeluk.
- Maar Geluk is terug, en hoe. De bladen staan er vol van. Zo heeft de psychologie er ook een stroming bij: de positieve psychologie. Dat klinkt goed. Deze wil mensen niet zozeer genezen, maar veel meer ondersteunen. Helpen gelukkig te zijn.
De componenten van Geluk
Ik vraag Hans wat volgens hem de componenten van geluk zijn. Hans vertelt: “Uit onderzoek blijkt dat geluk twee componenten heeft;
- 1. De omstandigheden waarin je leeft.
- 2. Hoe het individu omgaat met die omstandigheden.
De omgevingsfactoren of omstandigheden kunnen we bevorderen, bijvoorbeeld met behulp van de architectuur. De politiek en andere organisaties proberen vaak op die omstandigheden te sturen. De andere kant van de medaille is dat het individu de omstandigheden moet waarderen en er goed mee om moet gaan. Neem bijvoorbeeld de gezondheid: we hebben een hele goede gezondheidszorg in Nederland, maar desalniettemin kun je als individu blijven roken en ongezond eten.”
Interessant. Zeker omdat we als ontwikkelaars en bouwers echt invloed kunnen hebben op die eerste component, en daarmee op het geluk.
Ik denk daarnaast terug aan mijn interview met Roos Dohmen: zouden we, bijvoorbeeld door het inzetten van nudging, zelfs wat positieve invloed kunnen uitoefenen op component 2?